C:\WINDOWS>GPUPDATE /?
Omschrijving: werkt groepsbeleidsinstellingen bij
Syntaxis: GPUpdate
[/Target:{Computer | User}
] [/Force
] [/Wait:<waarde>
][/Logoff
] [/Boot
] [/Sync
] Parameters:
Waarde Omschrijving
/Target:{Computer | User} bepaalt dat alleen het beleid van de
gebruiker (user) of de computer wordt
bijgewerkt.
Standaard worden beide
beleidsinstellingen
bijgewerkt.
/Force Past alle beleidsinstellingen opnieuw
toe.
Standaard worden alleen gewijzigde
beleidsinstellingen toegepast.
/Wait:{waarde} Stelt de wachtduur voor de
beleidsverwerking
in seconden in. De standaardwaarde is
600 seconden. '0' betekent 'niet
wachten'.
'-1' betekent onbeperkt wachten.
Als de tijdslimiet is bereikt,
verschijnt
de opdrachtprompt weer, maar gaat de
de beleidsverwerking gewoon verder.
/Logoff Forceert een afmelding na het
bijwerken van de
groepsbeleidsinstellingen. Dit is
noodzakelijk
voor de groepsbeleidsuitbreidingen bij
de client
die beleidsinstellingen niet via een
achtergrondbijwerkingscyclus verwerken
maar
tijdens het aanmelden van de
gebruiker.
Voorbeelden zijn gebruikersgerichte
software-
installaties en mapomleiding.
Deze optie heeft geen effect wanneer
er
geen uitbreidingen worden opgeroepen
waarvoor
een afmelding nodig is.
/Boot Forceert opnieuw opstarten na het
toepassen van de
groepsbeleidsinstellingen. Dit is
noodzakelijk
voor de groepsbeleidsuitbreidingen bij
de client
die beleidsinstellingen niet via een
achtergrondvernieuwingscyclus
verwerken maar
tijdens het aanmelden van de
gebruiker. Een
voorbeeld zijn computergerichte
software-installaties. Deze optie
heeft geen
effect als er geen uitbreidingen
worden
opgeroepen waarvoor een herstart nodig
is.
/Sync Hierdoor wordt de volgende
voorgrondsbeleidstoepassing
synchroon uitgevoerd.
Voorgrondsbeleidstoepassingen
komen tijdens het opstarten en de
gebruikers-
aanmelding voor. U kunt dit per
gebruiker,
computer, of voor beide tegelijk
opgeven met de
parameter /Target.
De parameters /Force en /Wait worden
genegeerd
indien dit is opgegeven.
C:\WINDOWS>IISRESET /?
IISRESET.EXE (c) Microsoft Corp. 1998-1999
Syntax:
iisreset
[Computername
]/RESTART Beendet alle Internetdienste und startet diese neu.
/START Startet alle Internetdienste.
/STOP Beendet alle Internetdienste.
/REBOOT Startet den Computer neu.
/REBOOTONERROR Startet den Computer neu, wenn beim Starten, Beenden
oder Neustarten der Internetdienste Fehler auftreten.
/NOFORCE Die Internetdienste werden nicht beendet, wenn
dabei Fehler oder Warnungen auftreten.
/TIMEOUT:Wert Gibt die Zeit (in Sekunden) an, die auf ein
erfolgreiches Beenden der Internetdienste gewartet
wird. Nach Ablauf dieses Zeitlimits kann der Computer
neu gestartet werden, wenn die Option /REBOOTONERROR
angegeben wurde.
Der Standardwert ist 20s für Neustart, 60s für Beenden,
und 0s für Neustart des Computers.
/STATUS Zeigt den aktuellen Status aller Internetdienste an.
/ENABLE Aktiviert das Neustarten der Internetdienste auf
dem lokalen System.
/DISABLE Deaktiviert das Neustarten der Internetdienste auf
dem lokalen System.
iisreset wordt niet herkend als een interne
of externe opdracht, programma of batchbestand.C:\WINDOWS>IPCONFIG /?
Syntaxis:
ipconfig
[/allcompartments
] [/? | /all |
/renew
[adapter
] | /release
[adapter
] |
/renew6
[adapter
] | /release6
[adapter
] |
/flushdns | /displaydns |
/registerdns |
/showclassid adapter |
/setclassid adapter
[klasse-id
] ]waarbij geldt:
adapter Naam van de verbinding
(jokertekens * en ? toegestaan. Zie
voorbeeld)
Opties:
/? Deze helptekst weergeven.
/all Volledige configuratie-informatie
weergeven.
/allcompartements Informatie over alle onderdelen
weergeven.
/release Het IPv4-adres voor de opgegeven adapter
vrijgeven.
/release6 Het IPv6-adres voor de opgegeven adapter
vrijgeven.
/renew Het IPv4-adres voor de opgegeven adapter
vernieuwen.
/renew6 Het IPv6-adres voor de opgegeven adapter
vernieuwen.
/flushdns De DNS Resolver-cache leegmaken.
/registerdns Alle DHCP-leases vernieuwen en DNS-namen
opnieuw
registreren.
/displaydns De inhoud van de DNS Resolver-cache
weergeven.
/showclassid Alle voor de adapter toegestane DHCP-
klasse-id's
weergeven.
/setclassid De DHCP-klasse-id wijzigen.
Standaard wordt alleen het IP-adres, subnetmasker en de
standaardgateway voor
elke aan TCP/IP-gebonden adapter weergegeven.
Voor Release en Renew geldt dat als er geen adapternaam is
opgegeven, de IP-
adresleases voor alle aan TCP/IP gebonden adapters worden
vrijgegeven of
vernieuwd.
Voor Setclassid geldt dat als er geen klasse-id is opgegeven de
klasse-id
wordt verwijderd.
Voorbeelden:
> ipconfig ... Informatie weergeven
> ipconfig /all ... Gedetailleerde
informatie weergeven
> ipconfig /renew ... Alle adapters vernieuwen
> ipconfig /renew EL* ... Elke verbinding waarvan
de naam met
EL begint vernieuwen
> ipconfig /release *Con* ... Alle overeenkomende
verbindingen
vrijgeven, b.v.
"Local Area Connection
1" of
"Local Area Connection
2"
> ipconfig /allcompartments ... Informatie over alle
onderdelen
weergeven
> ipconfig /allcompartments /all ... Gedetailleerde
informatie over alle
onderdelen weergeven