C:\WINDOWS>HELP FORMAT
Een schijf voor gebruik met Windows formatteren.
FORMAT volume:
[/FS:bestandssysteem
] [/V:naam
] [/Q
] [/A:grootte
][/C
] [/X
] [/P:gangen
]FORMAT volume:
[/V:naam
] [/Q
] [/F:capaciteit
] [/P:gangen
]FORMAT volume:
[/V:naam
] [/Q
] [/T:sporen /N:sectoren
] [/P:gangen
]FORMAT volume:
[/V:naam
] [/Q
] [/P:gangen
]FORMAT volume
[/Q
]volume Het koppelpunt, de volumenaam of
stationsletter
(gevolgd door een dubbele punt).
/FS:bestandssysteem Het type bestandssysteem (FAT, FAT32, NTFS
of UDF)
/V:volumenaam De volumenaam.
/Q Voert een snelformattering uit. Opmerking:
deze optie
heft /P op.
/C Alleen NTFS: bestanden die gemaakt worden
op het
nieuwe volume worden standaard
gecomprimeerd.
/X Forceert dat het volume eerst wordt
ontkoppeld, indien
nodig. Alle geopende ingangen naar het
volume zijn dan
niet meer geldig.
/R:revisie Alleen UDF: dwingt formatteren in een
specifieke
UDF-versie af (1.02, 1.50, 2.00, 2.01,
2.50).
De standaardrevisie is 2.01.
/D Alleen UDF 2.50: metagegevens worden
gedupliceerd.
/A:grootte Heft de standaardgrootte van de clusters
op.
Standaardinstellingen zijn zeer aan te
bevelen voor
algemeen gebruik.
NTFS ondersteunt 512, 1024, 2048, 4096,
8192, 16 kB,
32 kB en 64 kB.
FAT ondersteunt 512, 1024, 2048, 4096,
8192, 16 kB,
32 kB en 64 kB (128 kB of 256 kB als de
sectorgrootte
groter is dan 512 bytes).
FAT32 ondersteunt 512, 1024, 2048, 4096,
8192, 16 kB,
32 kB en 64 kB (128k of 256k als de
sectorgrootte
groter is dan 512 bytes).
Opmerking: de bestandssystemen FAT en
FAT32 hebben de
volgende beperkingen voor het aantal
clusters op een
volume:
FAT: Aantal clusters <= 65526
FAT32: 65526 < Aantal clusters < 268435446
Het formatteren wordt onmiddellijk gestopt
als Format
vaststelt dat niet aan bovenstaande
vereisten wordt
voldaan bij gebruik van de opgegeven
clustergrootte.
NTFS-compressie wordt niet ondersteund als
de clusters
groter zijn dan 4096.
/F:grootte Bepaalt de grootte van de te formatteren
diskette
(1,44 MB)
/T:sporen Het aantal sporen per schijfkant.
/N:sectoren Het aantal sectoren per spoor.
/P:gangen Nul voor elke sector op het volume kost
tijd.
Deze optie is niet geldig met /Q
C:\WINDOWS>HELP FTYPE
Gebruikte bestandstypen in bestandsextensiekoppelingen weergeven
of
wijzigen
FTYPE
[bestandstype
[=
[openCommandString
]]]bestandstype Bepaalt het bestandstype om te controleren of
te wijzigen
openCommandString Bepaalt de open-opdracht die gebruikt moet
worden tijdens
het starten van dit type bestanden.
Typ FTYPE zonder parameters om de actieve bestandstypen weer te
geven
waaraan open-opdrachttekenreeksen zijn gekoppeld. Als FTYPE wordt
aangeroepen
met alleen een bestandstype wordt de actieve open-
opdrachttekenreeks voor
dat bestandstype weergegeven. Als u niets opgeeft voor de open-
opdracht-
tekenreeks zal de FTYPE-opdracht de open-opdrachttekenreeks voor
het
bestandstype verwijderen. Binnen een open-opdrachttekenreeks
worden %0
of %1 vervangen door de bestandsnaam die wordt gestart door de
koppeling.
%* verkrijgt alle parameters, %2 verkrijgt de eerste parameter,
%3
de tweede enzovoorts. %~n verkrijgt alle resterende parameters,
beginnend
bij de x-de parameter, waarbij x de waarde 2 t/m 9 kan hebben.
Bijvoorbeeld:
ASSOC .pl=PerlScript
FTYPE PerlScript=perl.exe %1 %*
geeft u de mogelijkheid om een Perl-script als volgt aan te
roepen:
script.pl 1 2 3
Als u geen extensies wilt typen, moet u het volgende opgeven:
set PATHEXT=.pl;%PATHEXT%
waardoor het script als volgt kan worden aangeroepen:
script 1 2 3
C:\WINDOWS>HELP GOTO
Brengt CMD.EXE naar een regel in het batchprogramma met een
opgegeven label.
GOTO label
label Tekenreeks die in het batchprogramma als label wordt
gebruikt.
Labels staan aan het begin van een regel, voorafgegaan door een
dubbele punt.
Als opdrachtextensies worden ingeschakeld, verandert GOTO als
volgt:
De opdracht GOTO accepteert nu een doelnaam van :EOF waarmee de
besturing
wordt verplaatst naar het einde van het actieve
batchscriptbestand. Dit
is een gemakkelijke manier om een batchscriptbestand af te
sluiten zonder
een naam op te geven. Deze uitbreiding is handig voor de opdracht
CALL.
Typ CALL /? voor een beschrijving van extensies die van deze
functie
gebruik kunnen maken.